Teksten

Paradijstuinen en hemelse stad

In Koran en Bijbel wordt de oprecht gelovigen een beloning in het vooruitzicht gesteld, die na de wederopstanding uit de aardse dood intreedt. De verbeelding van het hemelse hiernamaals verschilt.
In de Bijbel wordt gesproken van het Koninkrijk van de hemel. Het meest uitgekristalliseerd is het ook in het Oude Testament voorkomende beeld van het nieuwe Jeruzalem, in de Openbaring een prachtige stad met twaalf poorten van parel.

Het paradijs komt in de Bijbel slechts drie keer voor. In 2 Korinthiers 12:2 wordt het gekoppeld aan de derde hemel, een sfeer die sommigen ook al tijdens dit leven even mogen binnentreden. In het evangelie betreft het een sfeer die men kan bereiken na de dood. In de openbaring wordt het paradijs genoemd, met reminiscenties aan de verloren tuin uit Genesis. (zie hoofdstuk 4)

De hemel speelt ook in de Koran een rol, zij het dat deze in zeven hemelen is uitgevouwen (zie hoofdstuk 2), die volgens de overlevering samenhangen met de verschillende deugden die mensen naar de hemel voeren. Het gaat daarbij om deugden als barmhartigheid en vergevingsgezindheid. Zij die de marteldood zijn gestorven krijgen een speciale behandeling.

Het belangrijkste beeld in de Koran is dat van de paradijstuinen, of Djanna. Ze worden in verband gebracht met het hof van Eden of ‘Adn. Talloze keren wordt van die tuin(en) gerept, meestal in combinatie met het andere alternatief, de vurige hel.

Het woord paradijs is afkomstig van het Perzisch en betekent oorspronkelijk ‘ommuurde tuin’, hof; in de Koran is het Arabisch equivalent, de Djanna, voorzien van talloze poorten, voor de vele deugden die erheen leiden. De paradijstuinen in de Koran zijn groen, waterrijk en vol genoegens waarvan men op aarde een voorproefje kan krijgen. Er zijn schaduwgevende bomen, dorstlessende rivieren, vruchten, een wijnachtige drank waardoor men niet beneveld raakt, mooie kleren, sofa’s en schone maagden én parelachtige jongelingen die bedienen. De rivieren van melk en honing doen denken aan het Bijbelse beloofde land. (zie hoofdstuk 10) Ook de menselijke verhoudingen in het paradijs zijn goed. Negatieve gevoelens zoals wrok zijn afwezig. Er wordt geen onzin gekletst, men zit gezellig tegenover elkaar en wenst elkaar vrede toe.

Net als op aarde zijn er in het paradijs paren, mensen verkeren er met echtgenoten maar hier zullen man en vrouw eeuwig jong blijven. Volgens de overlevering hebben mensen in de paradijstuinen eeuwig de lengte van Adam, de schoonheid van Joesoef, de mooie zangstem van Dawoed, de leeftijd van ‘Isa toen hij door Allah omhoog gebracht werd, en tenslotte de wijsheid van Mohammed. Het paradijs is beloofd aan mannen én vrouwen die Allah oprecht vrezen.

In het Bijbelse beeld van het hiernamaals ontbreekt het sekseverschil. Mensen verblijven er als stralende engelen, van aardse lusten en onlusten bevrijd. Woorden als bruid en bruidegom krijgen een meer spirituele invulling.

De fonkelende stad en de groene tuinen zijn bestemd voor gelovigen. Dat betreft niet alleen het formele geloof, maar ook het gedrag. Verschillende deugden worden met name met een paradijselijke beloning in verband gebracht. Er is uit de vele relevante deugden een greep gedaan.

In de Koran staat de Zakaat centraal, de innerlijke bereidheid te geven aan de behoeftigen. Ook de rechtvaardige strijd van hen die uit hun woonplaats verdreven zijn wordt beloond. In de Bergrede noemt Jezus een aantal deugden die met de gelukzaligheid beloond zullen worden. In zowel het Oude als Nieuwe Testament is het gebod tot naastenliefde te vinden, in de woorden van Jezus ook de aansporing de vijand lief te hebben.
In de Koran staan de verdienstelijke mannen en vrouwen bij het laatste oordeel aan de rechterkant en dragen hun levensboek in hun rechterhand. Zij mogen na de Laatste Dag (zie hoofdstuk 18) de tuinen betreden als een eeuwige verblijfplaats.

Ook Jezus plaatst, in het evangelie volgens Matteüs, de oprecht gelovigen, de ‘schapen’, aan de rechterkant. Het zijn vaak mensen aan de onderkant van de samenleving: hoeren, misdadigers en Samaritanen, die hij het hemels paradijs belooft.

Vrijwel niemand is echter zonder fouten. Wie tijdens zijn leven misstappen begaat kan altijd oprecht vergeving vragen en zijn leven veranderen. In beide boeken verschaft dat alsnog toegang tot de Paradijstuinen c.q. het Nieuwe Jeruzalem. Daar is men stralend van blijdschap, in de nabijheid van Allah/God.

Bijbel

Hemels koninkrijk, heilige stad
‘Kom tot inkeer… want het koninkrijk van de hemel is nabij!’ Matteüs 4:17

Wees verheugd als die dag komt en spring op van blijdschap, want jullie zullen rijkelijk beloond worden in de hemel. Lucas 6:23

Jezus antwoordde: ‘… nog vandaag zul je met mij in het paradijs zijn.’ Lucas 23:43

Wie overwint zal ik (Jezus red.) laten eten van de levensboom die in Gods paradijs staat. Openbaring 2:7

Er stond een troon in de hemel en daarop zat iemand… en rond de troon was een regenboog die eruitzag als smaragd. Openbaring 4:2-4

‘Zie, ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.’ ‘Ik herschep Jeruzalem in een jubelende stad en schenk haar bevolking vreugde.’ Jesaja 65: 17-18

Ik (Johannes van de Openbaring red.) zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de eerste hemel en de eerste aarde zijn voorbij… Toen zag ik de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen, bij God vandaan. Openbaring 21:1

De stad schitterde door Gods luister, met een schittering als van een edelsteen… Ze had een grote, hoge muur met twaalf poorten en bij elke poort stond een engel. Openbaring 21:11-12

… de stad zelf was van zuiver goud, helder als glas. De grondstenen van de stadsmuur waren versierd met allerlei edelstenen. De twaalf stadspoorten waren twaalf parels, elke poort een parel op zich. De straten van de stad waren van zuiver goud en schitterden als glas. Openbaring 21: 18, 19, 21

Hij liet mij een rivier zien met water dat leven geeft. De rivier was helder als kristal en ontsprong aan de troon van God en van het lam. In het midden… stond een levensboom… De bladeren van de boom brachten de volken genezing. Openbaring 22:1-2

Wie dorst heeft geef ik vrij te drinken uit de bron met water dat leven geeft. Openbaring 21:6


Het koninkrijk Gods voor de priesters?

Toen hij (Jezus red.) naar de tempel was gegaan… kwamen de hogepriesters… naar hem toe… Matteüs 21:23

Daarop zei hij tegen hen: ‘… Iemand had twee zonen. Hij zei tegen de een: ‘Jongen, ga vandaag in de wijngaard aan het werk.’ De zoon antwoordde: ‘Ik wil niet,’ maar later bedacht hij zich en ging alsnog. Tegen de ander zei de man precies hetzelfde. Die antwoordde: ‘Ja, vader,’ maar ging niet. Wie van de twee heeft nu de wil van zijn vader gedaan?’ Ze zeiden: ‘De eerste.’ Matteüs 21:28-31

Daarop zei Jezus: ‘Ik verzeker u: de tollenaars en de hoeren (die de boodschap aanvaarden red.) zijn u voor bij het binnengaan van het koninkrijk van God.’ Matteüs 21:32

Gelukkig wie…
Dan… zal hij ( Jezus, de Mensenzoon red.) de mensen van elkaar scheiden zoals een herder de schapen van de bokken scheidt… de schapen zal hij rechts van zich plaatsen… Matteüs 25:32-33

Toen hij de mensenmassa zag, ging hij (Jezus red.) de berg op… Hij nam het woord en onderrichtte hen: Gelukkig wie nederig van hart zijn, want voor hen is het koninkrijk van de hemel. Matteüs 5:1-3

Gelukkig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden. Matteüs 5:7

Wie barmhartig is voor een arme leent aan de Heer, die zal hem zijn weldaad vergoeden. Spreuken 19:17

Gelukkig de vredestichters, want zij zullen kinderen van God genoemd worden. Matteüs 5:9

Jezus… zei: Wie zichzelf vernedert en wordt als dit kind, die is de grootste in het koninkrijk van de hemel. Matteüs 18:4

Gelukkig wie vanwege de gerechtigheid vervolgd worden, want voor hen is het koninkrijk van de hemel. Matteüs 5:10

Ook zag ik tronen, en aan hen die erop zaten werd recht gedaan. Het zijn de zielen van hen die onthoofd waren omdat ze van Jezus hadden getuigt… Openbaring 20:4

… wie standhoudt tot het einde, zal worden gered. Matteüs 24:13

Heb je naaste lief als jezelf. Leviticus 19:18

…heb je vijanden lief… Matteüs 5:44

Misdadiger in het paradijs
Een van de gekruisigde misdadigers zei… ‘Wij hebben onze straf verdiend en worden beloond naar onze daden. Maar die man heeft niets onwettigs gedaan.’’ En hij zei: ‘Jezus, denk aan mij wanneer u in uw koninkrijk komt.’ Jezus antwoordde: ‘Ik verzeker je: nog vandaag zul je met mij in het paradijs zijn.’ Lucas 23:39, 41-43

Rechtvaardigen als engelen
Want bij de opstanding trouwen de mensen niet en worden ze niet uitgehuwelijkt, ze zijn dan als engelen in de hemel. Matteüs 22:30

…het nieuwe Jeruzalem… was als een bruid die zich mooi heeft gemaakt voor haar man en hem opwacht. Openbaring 21:2

Dan zal het met het koninkrijk van de hemel zijn als met… meisjes die hun olielampen hadden gepakt en erop uittrokken, de bruidegom tegemoet… Midden in de nacht klonk er luid geroep: ‘Daar is de bruidegom! Kom, ga hem tegemoet.’ … zij die klaarstonden gingen met hem naar binnen voor het bruiloftsfeest, waarna de deur gesloten werd. Matteüs 25:1, 6

Stralende gezichten van de verlichten

De stad heeft het licht van de zon niet nodig; over haar schijnt Gods luister… De volken zullen in haar licht leven. Openbaring 21:23-24

Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen. Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij. Openbaring 21:3-4

Geen geween of geweeklaag wordt daar nog gehoord. De verlichten zullen stralen als het fonkelende hemelgewelf, en degenen die velen tot gerechtigheid hebben gebracht als de sterren, voor eeuwig en altijd. Daniël 12:3

Er zal alleen maar blijdschap zijn en groot gejuich. Jesaja 65:18

Koran

De Paradijstuinen
Dan… wordt de hemel geopend en hij is een en al poorten… 78:18-19

Voor de godvrezenden zal er een goede terugkomst zijn: De tuinen van ‘Adn, waarvan de poorten voor hen open staan. 38:49-50

(Zij red.) die geloven en de deugdelijke daden doen, zij zullen in een hof verblijd worden. 30:15

‘Komt er in vrede en veiligheid binnen.’ 15:46

… in een hooggelegen tuin, waarin je geen onzin hoort. Daar is een stromende bron. Daar zijn verhoogde rustbedden, klaargezette bekers, rijen van kussens en uitgespreide tapijten. 88:10-16

… een tuin zo breed als de hemelen en de aarde… 3:133

Er zijn rivieren van water dat niet brak is, rivieren van melk waarvan de smaak niet verandert, rivieren van wijn die aangenaam is voor de drinkers en rivieren van gezuiverde honing. En zij hebben daar allerlei vruchten en vergeving van hun Heer. 47:15

Zij hebben kleren van groene zijde en brokaat aangetrokken en dragen armbanden van zilver en hun Heer geeft hun zuivere drank te drinken.‘Dit is als beloning voor jullie en jullie worden bedankt voor wat jullie hebben nagestreefd…’ 76:21-22

… op rustbanken met inlegwerk, waarop zij tegenover elkaar zittend achteroverleunen. Bij hen gaan altijd jong blijvende jongelingen rond met bekers en kruiken en een drinkbeker (waarin een drank is) uit een bron, waarvan zij geen hoofdpijn krijgen en waarvan zij niet beneveld raken, en vruchten die zij voor zich uitkiezen en vlees van gevogelte, wat zij maar begeren. 56:15-21

Een kelk van zilver wordt bij hen rondgegeven en bekers die van kristal zijn, van zilverwit kristal, die zij precies vol hebben geschonken. En daar krijgen zij uit een beker te drinken waarin gember is bijgemengd… En bij hen gaan altijd jong blijvende jongelingen rond. Wanneer jij hen ziet denk je dat zij rondgestrooide parels zijn. En wanneer jij het ziet dan zie jij gelukzaligheid… 76:15-20

Mogen christenen de paradijstuin in?
Als de mensen van het boek zouden geloven en godvrezend zouden zijn, zouden Wij… hen de tuinen van de gelukzaligheid binnenvoeren. En als zij zich aan de Taura en de Indjiel en wat van hun Heer naar jou is neergezonden zouden houden, zouden zij kunnen eten van wat boven hen is en van wat onder hun voeten is.
5:65-66

En zij zeiden ‘Alleen de Joden en de Christenen zullen de tuin binnengaan.’ Dat zijn hun wensen! Welnee, Wie zich geheel aan God overgeeft en goed doet, die ontvangt zijn beloning bij zijn Heer. Zij hebben niets te vrezen noch zullen zij bedroefd zijn. 2:111-112

Zij die geloven, zij die het Jodendom aanhangen… en de Christenen die in God en de laatste dag geloven en die deugdelijk handelen, zij hebben niets te vrezen noch zullen zij bedroefd zijn. 5:69

God bemint hen die goed doen

Aan wie dan hun boek in hun rechterhand gegeven wordt, dat zijn zij die hun boek voorlezen en wie nog geen vezeltje onrecht wordt aangedaan. 17:71

God bemint hen die goed doen… de godvrezenden, die bijdragen geven in voorspoed en tegenspoed en die hun woede inhouden en de mensen vergeving schenken… 3:134, 133

Als jullie de salaat (gebed red.) verrichten, de zakaat (gift aan de armen red.) geven… dan zal Ik jullie je slechte daden kwijtschelden en jullie binnenvoeren in tuinen… 5:12

En zij geven, hoe lief zij het (hun geld red.) ook hebben, voedsel aan behoeftige, wees en gevangene. ‘Wij geven jullie voedsel terwille van God; Wij wensen van jullie geen loon of dank.’ 76:8-9

… hij die zijn bezit gegeven heeft om zich te louteren en niet om voor een weldaad door iemand beloond te worden, maar uit zijn verlangen naar het aangezicht van zijn hoogste Heer. En Hij zal tevreden zijn. 92:18-21

Zij dus die uitgeweken zijn, uit hun woningen verdreven zijn, op Mijn weg tegenspoed geleden hebben, gestreden hebben en gesneuveld zijn, van hen zal Ik de slechte daden kwijtschelden en Ik zal hen tuinen binnen laten gaan waar de rivieren onderdoor stromen; als beloning van God. 3:195

… God… maakt hen stralend en blij. En Hij beloont hen, omdat zij geduldig hebben volhard, met een tuin… 76:11-12

Berouw en vergeving
God bemint hen die… wanneer zij iets gruwelijks doen of zichzelf onrecht aandoen… om vergeving voor hun zonden vragen… en niet volharden in wat zij willens en wetens deden. Zij zijn het wier beloning de vergeving van hun Heer is en de tuinen waar de rivieren onderdoor stromen. 3:134-136

Mannen en vrouwen in de tuinen
Maar wie – hetzij man of vrouw – deugdelijke daden doet als gelovige, zij zullen de tuin binnengaan… 4:124

Gaat de tuin binnen, jullie en jullie echtgenotes, om verblijd te worden. 43:70

Voor hen zijn er daar reingemaakte echtgenotes en zij zullen daar altijd blijven. 2:25

En er zijn gezellinnen met sprekende grote ogen, die als welbewaarde parels zijn. 56:22-23

Wij hebben haar laten ontstaan. En Wij hebben haar tot maagden gemaakt, als vurig beminnende even oude (in leeftijd red.) gezellinnen voor hen die rechts staan… 56:35-38

Stralende gezichten van de verlichten
Voor hen is de woning van de vrede bij hun Heer en Hij is hun beschermer wegens de dingen die zij gewoonlijk deden. 6:127

‘Vrede!’ is (voor hen) een welkomstwoord dat van een barmhartige Heer komt. 37:58

Je herkent in hun gezichten het stralende van de gelukzaligheid. 83:24

Hun begroeting op de dag dat zij Hem (Allah red.) ontmoeten zal zijn: ‘Vrede’ en voor hen is een voortreffelijk loon klaargemaakt. 33:44

En niemand weet wat voor vreugde voor hen verborgen is als beloning voor wat zij gedaan hebben. 32:17

Gezichten zullen er op die dag stralend zijn, lachend en verheugd. 80:38-39

Zalige gezichten zijn er op die dag, die met hun streven tevreden zijn. 88:8-9

Reacties uitgeschakeld voor Paradijstuinen en hemelse stad